
Edinburgh is al sinds 1492 de hoofdstad van Schotland. De stad ligt aan de oostkust van het land, aan de zuidzijde van de Firth of Forth, en is de zetel van het Schotse parlement dat in 1999 opnieuw is ingesteld. De stad wordt door inwoners soms liefkozend Auld Reekie ("Oude Rokerd") genoemd.
In augustus 2006 zijn we met Hendrik en Debby naar deze stad gevlogen om het befaamde Edinburgh Fringe-festival te bezoeken. Dit is een combinatie van diverse muziek- , opera-, dans- en theateruitvoeringen dat vele toeristen trekt. Op dit internationaal kunstfestival treden de beroemdste kunstenaars en ensembles van de wereld op.

In augustus vindt ook de Military Tattoo plaats, een taptoe waar legeronderdelen uit de hele wereld aan deelnemen. Tenminste op één avond, tijdens de vaker uitgevoerde taptoe, komt Koningin Elizabeth II kijken. Deze militaire muziekparade vindt op het wandelplein voor Edinburgh Castle plaats met Pipe Bands die doedelzak spelen en trommelen. Er paraderen traditionele regimenten en motor- en luchtlandingsdivisies doen een reeks stunts. Op het einde wordt altijd het Schotse lied Auld Lang Syne gezongen.
Klik voor een foto-indruk van deze stad op deze link.

Reisverslag:
Naast de Fringe en de Tattoo is er nog veel meer te beleven in Edinburgh. Eén van de bekendste bezienswaardigheden van de stad is Edinburgh Castle, dat is gebouwd op een vulkanische rots. Op Calton Hill staat een Griekse Akropolis (Edinburgh wordt daarom wel het Athene van het Noorden genoemd.)
Edinburgh heeft verder een dierentuin, Edinburgh Zoo, en een botanische tuin, Royal Botanic Garden Edinburgh.
In het centrum van Edinburgh heeft zich ook het ware verhaal afgespeeld van de skyeterriër Bobby, ook wel "Greyfriars Bobby" genoemd. Nadat zijn baasje John Gray, een politieman te Edinburgh, op 15 februari 1858 overleed, sliep Bobby gedurende 14 jaren bij het graf van zijn baasje op Greyfriars Kirkyard bij Greyfriars Kirk. Bobby werd door veel mensen op de klokslag van één uur ’s middags gezien, waarna hij naar het koffiehuis ging en daar zijn middagmaal van de eigenaar kreeg. Bovendien werd de licentie (een voorloper van de hondenbelasting) betaald door de provoost van Edinburgh, Sir William Chambers, die een groot dierenliefhebber was. Bobby overleed in 1872. Een gedenkteken ter ere van Bobby, geprezen om zijn loyaliteit, staat op Greyfriars Place, vóór het voormalige koffiehuis, nu een pub. De Kirkyard ligt er direct achter.
Ook is het leuk om een wandeling te maken naar de heuvelgroep Arthur’s Seat waar je een prachtig uitzicht over de stad en omgeving hebt. Als het weer helder genoeg is, zie je op een afstand ook de Schotse hooglanden liggen.